Spakenburg schiet nog op te veel fronten tekort

26 november 2006
Hoek 1
Realiteitszin zegt dat Spakenburg definitief is afgehaakt voor de hoofdprijs. Als gevolg van het 2-2 gelijke spel met Hoek liep de achterstand op koploper IJsselmeervogels op tot acht verliespunten meer en dat is bij de heersende krachtsverhoudingen niet minder dan een gapende kloof.
Er is een klein kansje dat Spakenburg nog wel beslag legt op de eerste periodetitel. Als de 'blauwen' hun inhaalwedstrijd tegen SSV '65 met zeven doelpunten verschil winnen, is die deelprijs voor hen. Quick Boys en IJsselmeervogels, die in het tussenklassement in punten en doelcijfers gelijk staan, hebben dan het nakijken. Maar of Spakenburg in staat zal zijn een monsteruitslag neer te zetten, ook al is het tegen de debutant die momenteel de hekken sluit, is op zijn minst twijfelachtig. Een van de structurele problemen waar Spakenburg maar niet van los lijkt te komen dit seizoen, is de geringe slagkracht van de voorhoede. Al diverse keren kreeg trainer Erik Assink te horen dat zijn ploeg best een leuke pot voetbal op de mat had gelegd, om vervolgens tot de ontnuchterende conclusie te komen dat het eindresultaat er niet naar was. De 1-2 nederlaag tegen aartsrivaal IJsselmeervogels was daarvan het meest sprekende voorbeeld. Spakenburg lag in de derby voor iedereen waarneembaar dik boven, had legio kansen gecreëerd, maar die gingen - op die ene na dan - ook wel allemaal jammerlijk verloren. Ook tegen Hoek schoot de aanvalslinie tekort, zowel in inventiviteit om openingen te forceren en in de afwerking van de kansen die er desondanks toch kwamen. Bij afwezigheid van de geblesseerde Chima Onyeike ontpopte niet zijn vervanger Maurice van der Wilt maar Rob Hopman zich als de gevaarlijkste aanvaller. Bij spelhervattingen (hoekschoppen voornamelijk) verplaatste de boomlange verdediger zich op een sukkeldrafje richting het vijandelijke doel om daar als doorgeefpost te gaan fungeren. Op die manier schonk Hopman na een minuut of twaalf al rechtsback Richard Rademaker een niet meer te missen intikkertje. Later kregen ook Van der Wilt en verdediger Jos Bouw op een vergelijkbare manier (doorkoppers van Hopman) een mogelijkheid om doel te treffen, maar kopte Van der Wilt over en zag Bouw zijn schot geblokt. Voor de rest was het een beetje armoe troef, met als uitzondering de bevlieging van Erik Homan die halverwege de eerste helft vanaf de linkerflank naar binnen afboog om een verraderlijk schot los te laten. Dat kon Hoek-keeper Robbie de Moor slechts het veld weer in boksen, maar Spakenburg had de pech dat Van der Wilt voor zijn doeltreffende rebound alle profijt trok van zijn eerdere buitenspelpositie. Scheidsrechter Roeleveld gaf om die reden zijn goedkeuring niet aan de 2-0. Met die marge had Spakenburg wellicht vertrouwen in eigen kunnen vinden. Nu bleef de jachtigheid om het toch vooral goed te doen de overhand houden, met vlak voor de pauze ook nog eens de domper van de gelijkmaker. Hoek was voordien helemaal nog niet in beeld geweest, want fatsoenlijk opbouwen van achteruit was niet weggelegd voor de in balverlies grossierende Zeeuwen. "Die gasten zaten er bovenop. We kregen de ruimte niet om te spelen", zocht trainer Cees Houtepen na afloop naar een verklaring waarom Hoek voor rust op geen enkele manier het waarom aantoonde van de hoge positie op de ranglijst. In ieder geval kregen de spitsen van Hoek nauwelijks speelbare ballen en daardoor geen voet aan de grond. Op rechts lag Dennis van der Welle aan de ketting bij Lambert Zijl, op links had Rademaker geen kind aan de kersvers geselecteerde amateurinternational Istvan Bakx en in het centrum hielden Hopman en Bouw in eendrachtige samenwerking Jan Huygens ogenschijnlijk eenvoudig in bedwang. Hoeveel schijn dat was, bleek pal voor rust, toen de Hoekse goalgetter toch zijn slag sloeg, nota bene in de lucht, met de bijna twee koppen grotere Hopman als verstijfde toeschouwer. In vergelijking met Spakenburg lag het rendement van Hoek daarmee gelijk zo 'n drie tot vierhonderd procent hoger. Dat stramien zou zich in de tweede helft herhalen en dat is waar Assink na afloop zeer expliciet over was. "Dit zijn geen dingen die ik via de pers regel", sprak de leraar lichamelijke opvoeding, "maar als de omstandigheden pittig worden, heb je nu eenmaal andere kwaliteiten nodig. Ik mis meedogenloosheid, hardheid. Aksit brengt dat wel, maar dan verzaakt de een, dan de ander weer. Er ontbreekt iets." Bij Homan vond Assink dat te zwaarwegend om de spits te kunnen handhaven. "Geen bijdrage op ons niveau", luidde het oordeel. Voor hem verscheen in de tweede helft Roderik de Harder in het veld. Binnen een paar minuten kreeg het grootste talent dat Spakenburg de laatste jaren zelf heeft voortgebracht een paar dotjes van kansen de thuisclub weer op voorsprong te zetten. Pas bij driemaal scheepsrecht was het zover, toen De Harder op aangeven van wie anders dan Hopman via de binnenkant van de paal de blauwe side op de staantribune in opperste extase bracht. Lang mocht Spakenburg niet genieten van dit voordeeltje. Hoek was al begonnen met zich terug te knokken en Bakx en Van der Welle lieten zien wel degelijk iets te kunnen met een bal. Bakx was ook de inleider van het tweede Zeeuwse doelpunt. Keeper Rob Hilbers kreeg slechts een paar vingers achter de schuiver van de linksbuiten, waarna het voor de ver mee opgerukte centrale verdediger Djamel Buyse een koud kunstje was de balans te herstelen. Hilbers trok met zijn ongelukje aandacht, die de keeper, die ooit onder Assink met IJsselmeervogels de absolute top (landstitel 1995) haalde, kon missen als kiespijn. Hilbers kreeg aan het eind van de warming-up de opdracht de plek onder de lat te gaan bemannen, omdat eerste keeper Khalid Benlahsen bij het oefenen van uitschieten een spierscheuring in het bovenbeen opliep. Maar de 'blunder' van Hilbers had nooit die nadruk gekregen als de mannen vooraan 'gewoon' hun werk gedaan gedaan. Maar Arhtur van Meetelen schoot over vanuit een kansrike positie, zag Donovan Mijnals een van zijn spaarzaam lukkende acties van de middag eindigen in de voeten van Buyse die zijn doelman daarmee te hulp schoot en miste een kwartier voor tijd ook Karim el Kaddouri het raffinement om een opzetje van Mijnals en De Harder een passend vervolg te geven. De wedstrijd had zich in die fase al ontwikkeld tot een slijtageslag. Hoogstaand voetbal leverde het niet op, maar de toeschouwers konden zich wel warmen aan inzet en strijd. Mustafa Aksit ging bij Spakenburg daarbij ook soms verbaal te keer, maar als je dat te nadrukkelijk doet bij de scheidsrechter resulteert dat vaak in een gele kaart, die dan ook prompt volgde. Maar Aksit was letterlijk en figuurlijk de roepende in de woestijn, waar de andere middenvelders Van Meetelen en Kaddouri niet brachten wat ze op basis van hun ingeschatte kwaliteiten toch zouden moeten kunnen. Spakenburg mocht uiteindelijk de handen nog dichtknijpen met de puntendeling. In de jacht op de winnende goal was bedacht dat Hopman in de slotfase permanent aan het front moest bivakkeren. Met alle risico's in de defensie van dien. Van der Welle kneep er een keer tussenuit door heel opvallend Zijl op snelheid te kloppen, maar Hilbers hield zijn ploeg toen keurig overeind. En bijna op het sluiten van de markt mikte Huygens in een plotselinge zee van ruimte naast in plaats van binnen het doelvlak. Bij winst was Hoek gaan strijken met de periodetitel, wat een fraaie beloning zou zijn geweest voor de prestaties tot nu toe. "We missen nog vernuft. Dat ligt aan de jongigheid", reageerde Houtepen op het mislopen van de deelprijs. Maar alles bij elkaar opgeteld toonde Hoek zich op niet onbelangrijke onderdelen bedrevener dan Spakenburg. Het zijn ook vaak momenten die een wedstrijd kunnen doen kantelen en niet een permanent optisch overwicht. Spakenburg is in die zin door schade en schande al wijs geworden.
Door Aad van der Graaf, Voetbal Op Zaterdag.