Schilperoort wordt er moedeloos van
18 december 2006
Hoek 1
Winnen van Hoek. Het blijft voor Kloetinge een bijna onmogelijke opgave. Zaterdag leed de Bevelandse ploeg andermaal een nederlaag tegen de rivaal: 1-2. „De moed begint me een beetje in de schoenen te zakken“, vertelde Kloetinge-speler Corné Schilperoort zaterdag na afloop.
Voor Schilperoort was het zijn vierde derby. Na drie gelijke spelen volgde er nu een nederlaag. „Terwijl we ook nu weer beter waren“, oordeelde de middenvelder. „Het is frustrerend.“
Zaterdag ontbrak het bij Kloetinge vooral aan finesse. De spitsen Ronald Zwager, Daan Esser en John Schot functioneerden naar behoren, maar in de eindfase ging het nogal eens mis. „Elke keer is die laatste bal niet goed, of de pass is te zacht, of we sluiten niet goed aan. En soms lopen we ook niet slim in. Bij Hoek hebben ze die slimheid voorin wel. Neem Huygens. De hele wedstrijd zie je hem niet, maar bij die corner staat hij wel op de goede plaats. Als wij Huygens en Bakx erbij zouden hebben, zouden we om het kampioenschap in de hoofdklasse mee kunnen doen.“
Hard gelag
Voor Schilperoort en zijn ploeg was de nederlaag een hard gelag. De ploeg bevindt zich na de mindere resultaten van de laatste weken (twee punten uit de laatste zes duels) in de gevarenzone en zal na de winterstop alle zeilen moeten bijzetten om lijfsbehoud af te dwingen. Schilperoort: „Het balletje zal toch een keer goed moeten vallen. Op de trainingen wordt er wel volop gescoord, dus het vertrouwen moet een keer terugkomen. Vorig seizoen gingen we de winterstop in met 11 punten, nu hebben we er twaalf. Meestal komen we sterk uit de winterstop, al is het ook gevaarlijk om je daar aan vast te houden. Ja, het wordt nog behoorlijk zwaar.“
„Misschien was het wel niet zo slim om al snel te roepen dat we beter waren dan vorig seizoen, al blijf ik erbij dat we qua spel voor niet zo heel veel ploegen onderdoen. We worden niet weggespeeld. Als je alle wedstrijden nog eens nagaat, dan zeg ik dat we net zo goed in het linkerrijtje hadden kunnen staan.“

Frits Bakker - Woord en Beeld