Ode aan de derde helft.

08 mei 2005
Bezweet komen de mannen van ’t Vierde van het veld. De eerste goudgele rakker wordt genuttigd voordat het zweet van het lichaam is gespoeld.
Na de douche waar enkelen zich proberen te vergrijpen aan hun medespelers komt men aan in de kantine. Daar wordt de pot ingelegd en nagespeeld. Wat ging er vanmiddag allemaal mis en vooral wat voor geniale acties er weer in het hoofd zaten, maar er helaas niet uit kwamen, natuurlijk onder andere door onbegrip van de medespelers of tegenstanders. En tsja dan heb je ook nog die brave borst, die zijn mooie zaterdagmiddag opoffert om een fijne scheldserenade in ontvangst te nemen. En de brave borst denkt bij zichzelf ach ja het vrije woord is een groot goed. Na de derde pint vergeet iedereen waar het deze middag fout ging en ook waar het goed ging. Het gesprek gaat nu niet meer over voetbal, maar over vrouwen in te korte shirtjes en te strakke broekjes. De vrouwen van de tegenstander oogsten meer bewondering dan het voetbal dat het eerste elftal op de mat legt. En zo gaat dit laten we zeggen de gemiddelde middag/avond verder. En de volgende keer als je weer als een ware matador tussen de lijnen staat denk je, ik kan heel de wereld aan met zo’n ploeg die niet alleen in het veld, maar vooral ook buiten het veld tot het randje gaat. De fijne gesprekken, het warme gevoel dat je bij zoveel onderlinge onsamenhangende gesprekken krijgt geeft je vleugels en je beleeft het elke keer weer als een jongensdroom die je ooit had toen je tijdens het erpels kappen de finale van het EK 88 op de transistor radio volgde. Elke zaterdagmiddag denk je weer voor een vol stadion te spelen waar iedereen jou naam scandeert. En tsja dan ben je man en denk je waar zijn al die lekkere wijven die allemaal voor ons zouden moeten komen kijken? Na de tiende pint komt dan toch het besef dat het allemaal een droom is. De kater slaat toe voordat je zat bent. Ben draait weer aan het rad en Sjaak noemt de nummers. Wim geeft de prijzen weg. Het maakt niet uit wie er met de prijzen weg gaat. De wedstrijd is toch gewonnen, want ’t Vierde wint bijna altijd (de eerste, de tweede en de derde helft). DJ Oxygen brult wederom door de microfoon. Je zou denken dat hij de microfoon ziet als een frikandel met mayonaise, die hij in een keer wilt verorberen. Sjaak roept tien een, bedoelt hij honderdeneen voor het winnende lot. Nee het is de eindstand van ’t Vierde. Niet slecht zou ik zeggen. Reden om toch nog wat te bestellen en er een te drinken op de overwinning. Wies tapt nog een pintje en blaast daarna de taptoe. Tijd om naar huis te gaan, waar het thuisfront onze helden met open armen ontvangt.