Nooit meer, Frankyyyyy, in Hoek.

06 mei 2004
Overige
Het was een schreeuw die de symboliek van tien jaar tribune met zich meedroeg. Franky Standaert was, in de thuiswedstrijd van Hoek tegen Ter Leede, gevloerd op een meter of tien van de dug-outs. Hij lag kreunend op de grond en op de voorste banken van de tribune sprong zijn vrouw Ilse met een wild gebaar overeind. “Zeide-gij niet beschaamd zeker” riep ze naar de tegenstander die Franky nogal bruut onderuit had geschopt. En toen een van de wisselspelers haar ook nog wat toeriep, deed Ilse er nog een schepje bovenop. “Wa-wilde gij, kom maar-es iere” riep ze uitdagend, met dat platte Zelzaatse accent.
Wat zullen ze haar missen, volgend jaar in Hoek. Dat langgerekte “Frankyyyyyy” als de linksback van Hoek met de bal aan de voet over de middenlijn stormde. Ze had altijd voor- en tegenstanders op de tribune, want niet iedereen was gediend van de aanmoedigingen, maar bij de echte Hoek-fans heeft ze een standbeeld verdiend, Ilse forever. Zo vurig als ze het elftal vooruit kon schreeuwen, zo grimmig als ze naar de tegenstander kon doen. En altijd de lachers op haar hand vanwege dat taaltje. “Allé Franky, ga-ne-keer mee naar veuren”. Of als de scheidsrechter van dienst het had verbruid: “Hé, arbitere, kunde gij nie-zien dan?”. Franky Standaert (34, uit Zelzate) speelde na tien jaar trouwe dienst zaterdag zijn laatste competitiewedstrijd voor Hoek. Hij krijgt op 15 mei nog een afscheidswedstrijd, maar de echte emoties waren er zaterdag al, toen de supporters van de H-side hem toezongen als de enige echte Mister Hoek. Hij zal nog node gemist worden, volgend jaar, vanwege zijn karakter, zijn niet aflatende ijver, zijn drang om te winnen, maar ook vanwege Ilse. Want het zal maar stil worden op de tribune als ze er straks niet meer is. Al zegt ze nu al: “We zullen af en toe nog wel komen kijken, maar het zal anders zijn, als Franky er niet meer bij loopt.” Wat heeft het jou gedaan, zaterdag, die laatste wedstrijd? Ilse: “Het was een vreemd gevoel, dat hij daar straks niet meer bij is. Want het zijn tien heel mooie jaren geweest, zo mooi gaat het nooit meer zijn. Ik vond het aangrijpend, voor Franky nog meer dan voor mij. Het was niet alleen afscheid, want er speelde nog meer. Vijf weken geleden is mijn vader overleden, Franky’s beste supporter, die geen wedstrijd heeft gemist. Dat hij er niet meer bij was, zaterdag, dat speelde bij Franky ook door zijn hoofd toen hij van het veld kwam.” Voor jou is nu ook een tijdperk afgesloten, nu Franky vertrekt bij Hoek. Ilse: “Wat we in die tien jaar beleefd hebben, zeg. Kampioen worden, bijna degraderen. En we hebben zaterdag nog eens teruggekeken. Franky is naar Hoek gekomen in het jaar nadat we zijn getrouwd. Dan is een jaar later Laura, onze dochter, geboren. Heel ons leven is in die tien jaar veranderd en het voetbal heeft altijd een belangrijke plaats ingenomen. Wat we bij Hoek hebben meegemaakt, aan successen, aan vriendschap, dat is onvergetelijk.” Het was altijd maar een klein clubje, de vrouwen die zo achter het elftal stonden. Ilse: “En de laatste jaren alleen thuis. Voor die tijd gingen we ook mee naar uitwedstrijden, maar toen Patrick Naudts manager is geworden, heeft hij gezegd dat wij niet meer met de bus mee mochten. Dan hebben wij gezegd: dan blijven we thuis. Maar ook bij thuiswedstrijden zijn het altijd dezelfde vrouwen die aanmoedigen. De vrouw van Jurgen Belpaire, van Leon van den Ouden, vroeger ook Linda van Geert de Poorter. En ik heb altijd de grootste mond opengezet, omdat ik zo meeleef met Franky en met het elftal.” Wat doet een wedstrijd jou eigenlijk? En is het ook niet een beetje gespeeld, als je weer eens rechtspringt om Franky aan te moedigen of om naar de scheidsrechter te roepen? Ilse: “Het is allemaal echt, er is niks van gespeeld. Ik ben gewoon zo. Als ze naar Franky schoppen, dan zou ik over de draad springen om achter die vent aan te gaan. Dan roep ik en dan schreeuw ik van kwaadheid. Ik meen het ook echt, als ik zo tekeer ga. Ik zal alleen nooit het veld inspringen. Franky heeft altijd tegen mij gezegd: als ge dat doet, dan zal ik heel kwaad zijn.” Het was heel druk, zaterdag, in je buurt. Wie waren er allemaal meegekomen? Ilse: “Mijn moeder, mijn zussen, Linda van Geert en veel mensen die bij ons in de buurt wonen. Allemaal om Franky nog één keer aan te moedigen. Dat heeft hem goed gedaan.” En hoe moet het nu verder zonder Hoek? Ilse: “Dat zal wennen zijn, hé. Wat moeten we nu op zaterdag gaan doen? Ik zal het zelf missen, maar Franky vooral. De vrijdagavond, de uren voor de wedstrijd, dat hij zonder iets te zeggen in de zetel zat, zo was hij dan al met de wedstrijd bezig. Hij gaat nu bij Waarschoot spelen, een beetje uitbollen, want hij wordt toch al wat ouder hé. Ik zie het zelf ook, al heb ik niet veel verstand van voetbal. Maar ik vind het mooi dat hij afscheid neemt van Hoek nu hij nog goed speelt. En echt waar, we blijven komen kijken. Hoek heeft zo veel betekend voor Franky, dat zal ons nooit meer loslaten.” Komt Franky in een andere rol ooit nog terug bij Hoek? Ilse:”Ik hoop het wel. En Franky in zijn hart ook, want het is zo’n mooie club. Ik denk ook wel dat het over een paar jaar zal gebeuren. Kees, de voorzitter, is een goed mens, de supporters, de sponsors, die zullen Franky niet zo maar vergeten.”