Kritische vragen zijn niet welkom
10 maart 2002
Hoek 1
Waag het niet om te dicht bij Paul Telussa te komen als Terneuzen weer eens een thuiswedstrijd heeft verloren. De trainer, die in betere tijden verbaal niet te stuiten was, heeft niet zo’n zin in een verhaal na afloop van een wedstrijd. Het venijn druipt er vanaf als hij spreekt, zoals zondag op de radio, toen een verslaggever durfde vragen of zijn positie langzamerhand niet op de tocht staat. “Ze gaan toch nog niet met witte zakdoekjes zwaaien hè”, vroeg de man met een vrolijk ondertoontje. Telussa reageerde verbeten, zoals hij al maanden doet op kritische vragen.
Waag het ook niet om Angelo Nijskens tot een gewaagde uitspraak over Hoek te verleiden. De trainer, die als spits vermakelijk en openhartig over een wedstrijd kon discussiëren, bedient zich nu van de tactiek die veel trainers tot kunst hebben verheven. Wie Hoek een beetje volgt, weet dat de club (en vooral de sponsors) zwaar hebben geïnvesteerd in de selectie en dat de ambitie in om kampioen te worden. Toch zei Nijskens zaterdag na de kansloze missie bij Zwart Wit (3-0 verlies): “We moeten tevreden zijn met een plaats in de top vijf.” Dat straalt niet direct een gezonde vorm van zelfvertrouwen uit, voor een trainer die met zijn elftal nog kansrijk in de race zit voor de bovenste plaats, maar zo worden trainers kennelijk opgevoed. Wie te hoog inzet, kan ook heel laag vallen.
We mogen er vanuit gaan dat het de spanningen zijn, die trainers in dit stadium van de competitie tot vreemde gedragsvormen kunnen bewegen. Terneuzen zit in een fase van de waarheid, had zondag een kostbare winst voor het grijpen, maar verspeelde een 2-0 voorsprong en werd in tien minuten tijd schlemielig op de pijnbank gelegd (3-2 verlies). En Hoek heeft al een paar weken te maken met een inzinking die niet te lang moet duren. Angelo Nijskens leek de zaak tegen Bennekom weer aardig op de rails te hebben, maar de opleving was van korte duur. Toen het zaterdag weer op vechten aankwam tegen Zwart Wit, werden de Zeeuwen op alle fronten afgetroefd.
Zeg daar nog maar eens wat zinnigs over als trainer, hè meneer de voorzitter of toekomstig voorzitter.
Eddy Dobbeleir (Terneuzen): “Ik kan me de teleurstelling wel voorstellen na zijn wedstrijd als tegen Panningen. Je zet alles vooraf goed neer, spreekt de tactiek af en dan gaat het in de wedstrijd helemaal mis. Dat een speler als Danny Magito, met zoveel ervaring, met een 2-0 voorsprong ineens voor zijn verdediging gaat lopen voetballen. Ik kon er zelf met mijn verstand ook niet bij.”
Kees de Feijter (Hoek): Ik ben het in elk geval niet eens met de trainer als hij zegt: top vijf is al heel mooi. We hebben de ploeg om hoger te eindigen, minstens bij de bovenste drie. En meedoen voor het kampioenschap, die potentie heeft dit elftal. Maar iets zinnigs zeggen? De trainer reageert anders dan de sponsor. Wij (bestuur, sponsors) willen een prijs. Het kampioenschap, de beker of een periodetitel. De beker is mislukt, dan maar iets anders.”
Zijn we niet goed bij de les de laatste weken?
Eddy Dobbeleir: “Je zou zondag zeggen van wel, omdat je zo’n voorsprong natuurlijk nooit meer weg mag geven. Ik vind trouwens niet dat we thuis zo falen. We hebben uit ook niet veel gewonnen, omdat we in een slechte hoek zitten. Het is gewoon een moeilijk seizoen, met tegenstanders die op een hoger niveau spelen en ook veel slimmer zijn.”
Kees de Feijter: “Je mag best een stapje meer doen, als het voetballend niet lukt. We moeten niet te snel roepen: tegen harde tegenstanders kunnen we niet spelen. Dat is geen excuus geweest tegen Terneuzen en ook zaterdag niet tegen Zwart Wit. Ik zou liever zien dat er dan wat harder gewerkt wordt. Je kan niet altijd winnen met mooi voetbal.”
Hoe kijk je als voorzitter (of toekomstig voorzitter) naar zo’n wedstrijd?
Eddy Dobbeleir: “Ik zit me net zo op te vreten als de trainer, maar meer kun je niet doen. Dat geldt ook voor Telussa. Voordat hij kon ingrijpen stond het al 2-2 en dan verspeel je de wedstrijd nog ook. Heel, heel dom.”
Kees de Feijter: “Ik heb zitten balen, omdat Zwart Wit helemaal geen wonderploeg is. Ze spelen met vijf man voor en vijf man achter, heel simpel, fysiek heel sterk, maar niet ongeoorloofd hard. En wij kwamen er niet aan te pas. Ik heb er ook geen verklaring voor hoe dat kan in voetbal. Misschien kunnen we de druk niet aan, zou je dan zeggen. Maar ik ben ook geen psycholoog om dat in te schatten.”
Hoe schat je nu de kansen verder in?
Eddy Dobbeleir: “Ik ben niet in paniek geraakt hoor. We zijn met een grote kern van dit elftal gegroeid naar waar we nu staan. Misschien is dat voor sommige spelers iets te hoog gegrepen. Daarom gaan we op zoek naar versterking. Ik weet zeker dat we het wel zullen redden dit jaar, maar we willen bovenin spelen. Voor dit jaar is dat niet gelukt, dan moet het volgend jaar maar anders.”
Kees de Feijter: “Ik heb mijn verwachting ook al iets bijgesteld, maar er is nog niets verloren. We hebben niet zo’n zwaar programma de komende weken. Als Nijskens de zaak weer op scherp krijgt, gaan we nog lekker meedoen.”
bron: Zeeuws-Vlaams Advertentieblad.

BW Advies B.V.