Kleine selectie, grote ambities

20 juli 2005
Hoek 1
Kijken wie het hardst loopt op zo’n eerste avond. Wie de meeste kilo’s meeneemt uit de zomerstop en waar de grenzen liggen in een tempoloopje. Hoek trapte gisteravond op de velden van Biervliet af voor de eerste, gevarieerde training van het nieuwe voetbaljaar. Korte partijtje, afgewisseld met lange duurlopen. Met een kleine selectie en met grote ambities.
Hoe is het met de kwetsbare enkel van Charly Okonedo? Met de kleine teen van Pieter de Munnik? Wie kan Roy Hendriksen en Jeroen van de Broeke bijhouden in de eerste duurlopen van het nieuwe jaar? En hoe staat het met de fitheid van de selectie? „Het is altijd even spannend hoe iedereen ervoor staat bij zo’n nieuwe start“, zegt trainer Eric Tetaert. Met de enkel van Okonedo is het nog behelpen. „We hebben Charly eerst maar eens een week naar een revalidatiecentrum in Lille gestuurd. Daar moet de kwetsuur (een botprobleem) verholpen worden. Ik wil niets liever dan dat hij fit raakt voor de start van het seizoen.“ Pieter de Munnik heeft nog altijd een hinderlijke knobbel aan de zijkant van zijn kleine teen. De operatieve ingreep, gepland na de laatste wedstrijd, is niet doorgegaan. „Wat ze wilden doen, was nogal ingrijpend. Ze moesten mijn linkerteentje inzagen en weer aan elkaar zetten. Dat zou betekenen: zes tot acht weken gips en daarna nog eens twee maanden revalideren. Ik heb overleg gevoerd met een sportarts of er een andere optie was, zodat ik er niet voor maanden uit zou liggen.“ Ondraaglijk Een grondige aanpassing aan de schoen zou moeten volstaan. „Mijn voetbalschoen is in een vloeistof gedoopt, met een tang opgerekt en breder gemaakt. Dat moet de druk op mijn kleine teen wegnemen. Hoe die knobbel er komt, weet ik zelf ook niet. Maar op het laatst van de competitie werd de pijn ondraaglijk. Ik hoop dat het nu wegblijft. Tot nu toe heb ik er niets van gevoeld.“ Wie Roy Hendriksen, afgetraind en scherp, kan volgen in een duurloop, moet wel een intensieve zomertraining hebben gedaan. De ex-prof geeft het tempo aan, samen met Jeroen van de Broeke, maar nog voorafgegaan door Jan Verdegem. Dat beeld keert jaarlijks terug. De hulptrainer is een loopwonder. Hij is nog wel op zijn racefiets uit België naar de training gekomen. En als het op lopen aankomt, is hij de gangmaker. Voor de eerste trainingen, volgens de traditie in Biervliet, wordt nog niet het uiterste gevergd van de spelers. Tetaert bekijkt het nog met een speelse blik. „We bouwen het op naar de competitie“, zegt hij. Met het eerste zwaartepunt in de voorbereiding op een vierdaagse trainingsstage, over een week, in de mondaine Franse badplaats Le Touquet. „Daar gaan we er Spartaans tegenaan“, kondigt de trainer aan. Daar zal ook blijken hoe fit de spelers uit de zomerstop zijn gekomen. Aan het gewicht, opgetekend voor de eerste training, valt dat nog niet af te lezen. De zwaarste uit de selectie van negentien is Djamel Buyse met 87,8 kilogram, de lichtste Pieter de Munnik met 68,1. Dat zegt nog niets over Buyse, die nu eenmaal groter, breder en zwaarder van botten is dan de lichtgewichten. „We hebben de fysiologische testen en de spiermetingen van het lichaam na afloop van het vorige seizoen gedaan“, maakt Tetaert duidelijk. „Aan de hand daarvan hebben we voor iedere speler een zomerprogramma van zes weken gemaakt. Vanaf 21 juni moest iedereen voor zichzelf trainen. Dat noemen we een actieve rustperiode.“ Eric Tetaert heeft zijn spelers gevraagd om looptrainingen af te wisselen met zwemmen en fietsen. „Vanaf 21 juni was het zaak om de tank weer op te vullen met extensieve en intensieve trainingen. Wie nu, aan het begin van de trainingen met de ploeg, maar een halve tank heeft, valt direct door de mand. Als na een duurloop de meeste spelers een hartslag van rond de 150 hebben en één zit op 180, dan weet ik dat hij in de zomer niet veel heeft gedaan.“ Het kwaad straft zichzelf wel. „Ik ga een speler niet toespreken als een politieagent. Hij moet zelf beseffen dat hij sneller uitgeschakeld zal zijn door een of andere domme spierblessure.“ En dat kan Hoek niet hebben met deze selectie. „Ik heb“, zegt Tetaert, „bewust gekozen voor een kleine selectie: zeventien spelers en twee keepers. Wat de meeste trainers roepen, dat ze twee spelers voor elke positie willen, is voor ons niet haalbaar. Maar ik wilde ook geen selectie van twintig spelers of meer. Dat geeft alleen maar onrust. Hoe meer fitte spelers in zo’n ruime selectie, hoe meer onrust onder de spelers die buiten het elftal vallen.“ Drie ontbraken er gisteravond in de groepstraining. Okonedo bleef in Frankrijk achter om te revalideren, Sam Ysebaert trainde apart met een kleine blessure en Ramazan Yuruk heeft nog niets van zich laten horen. De selectie waarmee Hoek de nieuwe competitie ingaat, telt maar drie nieuwe gezichten: Roy Hendriksen (Helmond Sport), Wilco de Valk (Kloetinge) en Niels Dominicus (RBC Roosendaal).