Happy bij Hoek en Helmond

27 augustus 2005
Hoek 1
Met niet meer dan een diploma LTS op zak vertrok hij naar Roosendaal, naar het toen nog zo nietige RBC. Een blauwe maandag Hoek, Eindhoven, Cambuur Leeuwarden, Veendam en Helmond Sport zouden volgen. Zijn eindstation als voetballer wordt Hoek. Waar Roy Hendriksen als trainer zal belanden, is niet duidelijk. Voorlopig is hij bij Helmond Sport één van de rechterhanden van Ruud Brood. Of zoals de hoofdtrainer en oud-speler van NAC dat zelf verwoordt: „Hij is een rustgevende factor die uitstekend aanvoelt wat leeft binnen een groep. Een assistent met oog voor detail.“
MIDDELBURG – Ergens in de buurt van de videorecorder ligt die ene tape. Negentig minuten Helmond Sport-Sparta (1-2), nacompetitie. Negentig minuten passioneel drama. Het ontbreekt Roy Hendriksen echter nog altijd aan voldoende moed om de confrontatie met het recente verleden aan te gaan. Hij is er blijkbaar nog niet aan toe om te genieten van zijn laatste wedstrijd als betaald voetballer. Want bij een afscheid passen een lach, een traan, een bos bloemen en op de schouders genomen worden met een mooie rondgang langs de tribunes van de home-side als sluitstuk. Daar was dus geen aanleiding voor. Want na de aanvankelijk euforie, de 1-0, volgde de algehele ontreddering. „Het doet me te veel pijn dat nog een keer te zien“, zegt hij. „Misschien dat het later komt, wanneer ik me volledig kan vinden in de visie van mensen die nog altijd roepen dat we met dat kleine Helmond toch maar iets moois hebben gedaan. Na tien wedstrijden hadden we zes punten en dan toch tot de laatste speeldag van de nacompetitie kansrijk zijn. Voor mezelf zou promotie een prachtige afsluiting van mijn loopbaan zijn geweest.“ Nog altijd dus dat gevecht tussen ratio en gevoel. „Ja. Denk je logisch na, schakel je emotie uit, dan weet je dat dit beter is voor Helmond Sport. Meedraaien in de (sub)top van de eerste divisie is mooier dan onderaan bengelen in de eredivisie. Dat zou toch het lot zijn geweest van deze club, die vooral leeft in de schaduw van PSV.“ Middelburg Een aardige bungalow in een recent gebouwde en vooral rustige wijk van Middelburg. Geen overdreven luxe, geen overdaad, geen kitsch. Daar huist de familie Hendriksen. „Niemand hoeft zich zorgen te maken om mijn gezin“, zegt hij. „We hebben nooit buitensporig geleefd. Gespaard bij het CFK (het spelersfonds - red). De enige grote uitgave die we ons hebben veroorloofd, is dit huis. Dat is geen slechte investering. M’n vrouw werkt. Ze heeft ook nooit gebruik willen maken van mijn naam als voetballer. Toen ik van Eindhoven naar Cambuur ging, is ze in Leeuwarden zelf op zoek gegaan naar een baan. ‘Waarom kom je hier solliciteren?’, werd haar gevraagd. ‘Omdat mijn man hier werk heeft gevonden.’ Pas later vertelde ze dat ze de vrouw was van Roy Hendriksen. Zij heeft haar eigen leven, zij vult dat leven in. Met haar werk, haar gezin. Ze is steeds met me meegegaan. We hebben een aantal keren gezamenlijk op de bank gezeten wanneer zich weer iets aandiende. ‘Wat doen we, zeg jij het maar?’ En dan gingen we weer. Ze heeft nooit een obstakel opgeworpen.“ Franeker „We hebben zeven jaar in Franeker gewoond. Met plezier ja. Ze zeggen wel eens: Friezen, da’s een stug volk. Eigen volkslied, eigen taaltje, eigen wereldje, eigen cultuurtje. Ik denk dat Zeeuwen heel wat stugger zijn. Toch, toen Helmond Sport belangstelling toonde, waren we blij dat we terug naar hier konden komen. Niet vanwege de mentaliteit daar, maar terug naar je familie, een beetje thuiskomen. Natuurlijk wisten ze bij Helmond Sport dat ik het bij Veendam niet meer naar m’n zin had. Mijn contract liep nog een jaar, ik had kunnen blijven maar drukte schijnbaar behoorlijk op de begroting. Daarom wilden ze wel meewerken. Ik was er snel uit met Helmond Sport. En toen konden we hier in Middelburg, op het lapje grond dat ik had gekocht, gelukkig versneld gaan bouwen. Iedereen werkte mee.“ Veendam „In de krant stond dat ik een buitensporig hoog salaris zou verdienen. Dat mag. Ze maakten ons daarna uit voor zakkenvullers. Mag ook, deed me niets. Als ik dat hoorde, dacht ik, verdomd jongens, jullie hebben nog gelijk ook. Ik kom hier om m’n bankrekening te spekken. Daarom ben ik betaald voetballer geworden. Als iemand me iets vroeg, gaf ik altijd correct antwoord. Ze zouden mij geen zwartepieten in de schoenen kunnen schuiven. Daar heb ik voor gewaakt. Maar Veendam wilde me en was bereid om daar een prijs voor te betalen. En of er nu vijf of zes nullen in dat contract staan, dat is daarna volkomen onbelangrijk. Take it or leave it. De handtekening van Nienhuis (algemeen directeur - red.) stond er toch ook onder. Kun je een speler verwijten dat hij er het maximale uit weet te halen? Als een bankzitter meer verdient dan een basiskracht, dan heeft die reserve het gewoon heel goed gedaan. Maar niemand zal mij ervan kunnen beschuldigen dat ik m’n werk niet goed deed. Ik heb ervoor geleefd, het maximale gedaan. Voor elke club. Ik kan met en gerust gevoel in elke spiegel kijken.“ Roosendaal Ook bij de eerste vereniging waar hij, na het beëindigen van zijn vervroegde dienstplicht, terecht was gekomen, RBC, zette hij zich volledig in. „We speelden daar in een oud, bouwvallig stadionnetje. Het stelde allemaal weinig voor, maar het was wel betaald voetbal. Ik had drie jaar mijn stinkende best gedaan, toen vijf spelers ontboden werden door de voorzitter. Ze konden gaan, gewoon, bedankt en wegwezen. Het sloeg nergens op. Toen ben ik naar die man gestapt. Ik kon blijven. Vroeg ik hem of hij mij ook niet wilde ontslaan. Kreeg ik tenminste nog een uitkering. Geen probleem. En weg was ik. Dat verbaasde me. Het gemak waarmee ze me lieten lopen in Roosendaal. Heb ik dan helemaal niets betekend? Da’s dan de vraag waarmee je rondloopt.“ Hoek Zes weken Hoek volgden. Zes schamele weken waarin hij louter gevechten voerde met Dick Buitelaar (trainer - red.) over zijn positie in het elftal. „Afspraken werden niet nagekomen.“ Eindhoven Toen stond Eindhoven dus aan de deur. Zestien maanden. „In mijn eerste seizoen maakte ik veertien doelpunten. Halverwege het tweede stond ik op negen.“ Thuis in Middelburg luisterde hij het antwoordapparaat af. Han Berger, Cambuur. Of hij even terug wilde bellen. Leeuwarden Cambuur en promotie. „Ja, een prachtig feest was het. Toen ik bij Veendam zat, wilde Cambuur me graag terughalen. Toen wilden ze plots wel meer betalen. Toen hoefde het niet meer voor mij. Foutje van Gert Kruys, de trainer. Ze dachten me daar in Leeuwarden voor een appel en een ei te houden. En daarna toch maar weer proberen je terug te halen. Zo werkt het niet, getekend is getekend.“ Helmond Roy Hendriksen heeft het over mooie jaren bij Helmond Sport. Omdat ze de definitieve terugkeer naar huis, naar Middelburg inluidden. Hij maakte er Jan van Dijk mee, de oefenmeester die na zijn tweede jaar Helmond naar RBC vertrok om daar, even na de winterstop, op de keien te komen. „Pech en het ontbreken van kwaliteit“, zegt Hendriksen. „RBC wilde verder van het doel gaan spelen. Niet langer het counterploegje zijn. Dat vroeg om een cultuuromslag. Van Dijk wilde wel, maar kreeg te maken met een vracht blessures. Dat kon hij niet opvangen. Bij een club als RBC zijn de nummers veertien, vijftien en zestien niet van de kwaliteit zoals bij de grotere clubs. Toch rekenen ze je als trainer af op je prestaties. Zo werkt het nou eenmaal. Dolf Roks heeft het wat realistischer aangepakt; hij is teruggevallen op het oude concept dat RBC speelde. Met heel veel geluk is de ploeg door de nacompetitie gerold.“ Roy Hendriksen was toen al aan zijn laatste seizoen bezig. Waarom? Het oogde nog zo goed. „Als het goed gaat, is Middelburg-Helmond slechts 180 kilometer. Verzeil je op de bank, dan is een enkele reis Helmond 360 kilometer. We hebben gepraat over een vervolg, maar ze proefden iets bij mij dat wees op verzoening met het einde van m’n loopbaan als betaald voetballer. Toen hebben ze de knoop zelf doorgehakt. Ik kon me daar wel in vinden. Dat laatste jaar ben ik ook bezig geweest met mijn maatschappelijke loopbaan. Maar bij elke baan die ik zag staan, vroegen ze 27 jaar of meer ervaring. Ik heb alleen gevoetbald. Uiteindelijk raakte ik een eind op weg met een bestuurslid van Helmond die me in Zeeland in de verkoop van boutjes en buisjes wilde zetten. Dat zou ik gedaan hebben. Want als het erop aan komt, kan ik ook tegen een lantaarnpaal praten. Tot het voorstel kwam om bij de eerste selectie van Helmond Sport betrokken te blijven. Dan is de keuze niet zo moeilijk.“ Twee trainingsdagen is hij in Helmond. Als praatpaal, als rustgevende factor en als analist spelhervattingen. Dat laatste is hem door coach Brood gevraagd. Verder is hij aanwezig bij de wedstrijden. „Zo blijf ik er in elk geval bij.“ Hoek „Menig betaald voetballer zou een voorbeeld kunnen nemen aan de mentaliteit van de spelers van Hoek. De gedrevenheid is groot. Veel Belgische spelers, klopt. Maar dat is geen nadeel. Zij brengen eens stukje sfeer, maar anderzijds brengen ze ook zaken in waar je als Nederlander niet aan denkt. Waar geven voetballers elkaar een hand bij binnenkomst voor de training en de wedstrijden? Zie je niet in Nederland. Die Belgische mentaliteit bevalt mij wel.“ Zo ook de Belgische oefenmeester Eric Tetaert, die slechts Belg is op zijn paspoort. „De man heeft een bijna Nederlandse kijk op het spelletje. Hij wil niet achteruit hollen, hij wil domineren, pressen. Mijn rol, mijn positie daarin? Het zal wel de achterste vier worden. Een nieuwe ervaring, want de trainer wil met vier op één lijn spelen. Dat heb ik dus nog nooit gedaan. En ik ben nu toch al 36.“ Middelburg De videoband ligt nog steeds onaangeroerd.