Giovanni Franken gaat voor de titel
04 april 2006
Overige
Dit seizoen viel in november al de eerste transfer in het zaterdagvoetbal te noteren. Giovanni Franken kondigde aan te verhuizen van DOTO naar Barendrecht. Opmerkelijk is de overgang des te meer, omdat het eerste elftal van DOTO (Door Ontwikkeling Tot Ontspanning) rond de 28-jarige Franken is opgebouwd. Maar wie is die Franken eigenlijk?
De technisch begaafde middenvelder is begonnen in de jeugd van Zwart-Wit '28. Toen hij naar de C-junioren over moest, maakte hij de overstap naar Feyenoord. "Daar heb ik gespeeld tot en met het tweede elftal. Ik kreeg weliswaar een driejarig contract, maar het was niet dat je zo maar even met het eerste meedeed. Toen speelden Picun, Schuiteman, Sanchez, Korneev, Larsson en Vos in de hoofdmacht. Ik kan me nog goed voor de geest halen dat Henk Vos voor het eerst op witte schoenen speelde. Op de training stonden wij er al met open mond naar te kijken, maar het stadion reageerde met een fluitconcert. Dat was de doodsteek voor hem. Andere talenten uit die periode waren Chaly Jones, Brian Pinas, Ellery Cairo en Robin Nelisse en ook speelden jongens als Mike Obiku, Rob Maas en Henk Fräser bij de club. Laatstgenoemde speler was in z'n nadagen. Het was toen zo vol."
Een plek in het eerste van de grootmacht van Rotterdam-Zuid bleek niet haalbaar. Franken probeerde het een treetje lager bij Dordrecht '90 onder trainer Robert Verbeek. De middenvelder presteerde goed en had een basisplaats aan de Krommedijk. Vervolgens klopte Martin Jol namens RKC op de deur.
"Die man is echt de top van de top. Hij heeft me gevormd tot alles wat ik nu ben. Zelfs de jeugd van Feyenoord kon daar niet aan tippen. Het verbaast me niets dat Jol het bij Tottenham zo goed doet, want hij past heel goed in Engeland. Hij werkt met het 'boss'-systeem. De spelers zijn ingedeeld in groepen tot 23 jaar, 23 tot 28 jaar en 28 jaar en ouder. De laatste groep mag hem rechtstreeks aanspreken, de anderen alleen via de assistent. Hij was de eerste trainer die zei: 'Het is niet erg om met de buitenkant te passen.' In sommige gevallen moet het zelfs. En hij vond het ook niet erg als het eens mis ging. Ricardo Moniz, tegenwoordig technisch trainer bij de Spurs, noemde mij laatst nog in Voetbal International, samen met een rijtje illustere spelers. Dat vond ik wel mooi."
Na twee jaar RKC wilde Jol dat Franken verhuurd zou worden. Die wilde echter niet terug naar de eerste divisie. "Mijn vrouw was net zwanger geworden en ik zag het niet zitten om elk jaar te moeten verhuizen naar clubs als MVV of VVV.
Ik woonde toen in Ede en heb getwijfeld over DOVO en Spakenburg. Met DOVO had ik contact via verzorger Wim Lentjes, maar concreet werd het nooit. Ik verhuisde echter naar Rotterdam en toen kwam DOTO op mijn pad. Ik wilde maatschappelijk het een en ander opbouwen. Ik heb VWO en een jaar rechten, maar die studie was niet meer te combineren met voetballen."
Na zijn carrière in het betaalde voetbal ging de spelbepalende middenvelder bewust werken aan zijn maatschappelijke loopbaan. En de vergoedingen van DOTO hielpen daarbij een handje.
"Ik maakte wel een leuke entree bij DOTO. In het betaalde voetbal was ik gewend dat alles geregeld werd. Dus ik kwam op de eerste training met alleen een toilettas. Nadat toen iedereen zich in de kleedkamer aan het omkleden was, vroeg ik waar mijn spullen waren. Die had ik dus zelf mee moeten nemen. Maar wist ik veel…
Iets waar ik ook van stond te kijken was dat ik later een acceptgirokaart binnen kreeg. Ik had nog nooit contributie betaald, maar bij DOTO betaalt iedereen contributie. En terecht, want zo draag je bij aan de financiën van de club."
Niet alles ging van een leien dakje. In zijn eerste seizoen bij DOTO liep Franken een ernstige knieblessure op. "Mijn kruisband hing aan een zijden draadje. Dat kostte me toen ruim vijf maanden en soms heb ik er nu nog steeds hinder van. Bij RKC was ik fysiek op mijn top, sindsdien ben ik niet meer zo fit geweest als toen."
Giovanni Franken samen met zijn voorganger Johan Fase. Oud-voorzitter Fase was in de jaren zeventig aanvoerder van het eerste elftal van DOTO (zie de foto op de achtergrond). Tegenwoordig maakt Fase deel uit van de begeleiding van het team.
Na een poosje ging Franken het clubgebeuren bij DOTO meer en meer waarderen. "Het verenigingsleven is hier bij DOTO zo intiem, daar werd ik verliefd op. Daarom ben ik ook zo lang gebleven. Als mijn vrouw binnenkomt met de kleine, dan wordt meteen melk klaargemaakt. Ze kan overal binnenlopen en dat doet mij echt wat.
Ik moest namens DOTO eens naar een begrafenis. Daar werd ik naar voren geroepen en kreeg ik de dasspeld van de overledene overhandigd. Op dat moment kreeg ik het wel even te kwaad. Die dasspeld is voor mij de hoofdprijs die ik met voetballen heb gewonnen."
DOTO speelde in de eerste klasse en leek daarin een beetje te zijn vastgeroest. Franken: "De club was 32 jaar niet meer gepromoveerd. Wel nacompetitie spelen, maar niet promoveren, het leek wel een vloek. Het werd mijn doelstelling om deze club koste wat het kost naar de hoofdklasse te brengen en dan misschien verder uit te bouwen tot een topclub. Toch werd al vrij snel duidelijk dat de filosofie van de club verschilde met die van de trainer en mij. Twee jaar geleden kregen we onze zin en het gevolg was dat we met 19 punten verschil kampioen werden. Maar ondanks het succes zijn we uit elkaar gegroeid. Ik ben er een voorstander van om een team op te bouwen en niet om elk jaar hele hordes spelers op te halen. Je moet een team de kans geven om naar elkaar toe te groeien, om vrienden te worden. Dan zet je in het veld een extra stapje voor elkaar."
Maar de filosofie van Giovanni Franken reikt verder. Het moet geen eenrichtingsverkeer zijn van club naar spelers. "Spelers moeten zich volgens mij ook verdiepen in de club. Je moet de mensen willen leren kennen en dat doe je door na de wedstrijd te blijven hangen. Ik wil dat ze praten met Piet Gort of lezen over Joop de Ronde, de spits die met zijn met vele goals in het seizoen 1969-1970 een belangrijk aandeel had in de promotie naar de toenmalige eerste klasse, oftewel het hoogste podium van het zaterdagvoetbal. Ik wil dat ze de historie kennen en zich gaan verdiepen in de laatste 32 jaar, want dan ga je beseffen waar je voor speelt. Dan creëer je een clubgevoel. Ome Joost is erelid en zit altijd op het eerste stoeltje. Het is gokken naar zijn leeftijd, maar ik denk dat hij dik in de honderd is. Die man zit elke uitwedstrijd in de bus. Ik help hem in de bus en breng hem na de wedstrijd ook weer naar huis. Dat soort mensen geeft me inspiratie om voor me voor de volle 100% in te zetten voor de club."
Dat Franken niet alleen buiten het veld een bepalende speler is, maar ook op het veld, blijkt uit zijn scorend vermogen. "Ik vind dat ik per seizoen op 10-11 doelpunten uit moet komen en qua assisits ook zo'n 10 à 11. Ik zit nu op 8 en 9, da's wel aardig."
Hoewel de doelstelling die aan het begin van het seizoen is neergelegd - eindigen in het linker rijtje - inmiddels al lang en breed gehaald is, wil men bij DOTO nu ook het kampioenschap binnenhalen. De Pernisse club staat aan de kop van de ranglijst in de hoofdklasse A. Na het verlies tegen FC Lisse staat DOTO weliswaar tweede, maar het heeft nog altijd minder verliespunten dan koploper Rijnsburgse Boys. "Aan het begin van het seizoen speelden we tegen Sparta en toen kreeg ik al door dat we successen konden gaan behalen. Maar dat het zo goed zou gaan als nu, dat had ik niet verwacht. Een vijfde of zesde plaats zou al mooi geweest zijn voor een debutant, maar nu willen we meer: de titel. We spelen nu niet meer zulk mooi voetbal als in het begin van het seizoen, want we mogen niet meer verliezen, zeker na de zeperds tegen Hoek en FC Lisse. Ook ons eigen veld werkt niet in ons voordeel, de toplaag is namelijk allerbelabberdst. Daarnaast denk ik dat we qua afmetingen over het kleinste veld van de hoofdklasse beschikken, ook geen voordeel voor ons. De wedstrijd tegen Capelle is volgens mij de meest cruciale. Als wij de komende wedstrijden weten te winnen, dan zou het tegen Capelle wel eens beslist kunnen worden. Ik hoop echt dat we dit seizoen kampioen worden, voor de club en voor mij persoonlijk. En dan mogen ze het wat mij betreft volgend seizoen na gaan doen."