Een Braziliaanse rasvoetballer in Hoek
19 augustus 2010
In de Pers
Aan die ene geniale actie was de rasvoetballer te herkennen.
'In het profvoetbal is het uit het oog uit het hart'
De kleine Braziliaan Mille Mendes stond met de bal aan de voet tegen de hoekschopvlag, twee stoere verdedigers hadden hem ingeklemd, maar plotseling wipte Mendes de bal met een prachtige voetbeweging over zijn tegenstanders en maakte hij de weg vrij naar het doel. Het was, behalve de kopbalgoal van de spits en zijn twee goals tegen Jong Ajax één van de hoogtepunten in de voorbereiding van Hoek op de competitie.
Mille Mendes (24) is met zijn heerlijke techniek en subtiele steekpass de meest opmerkelijke aanwinst in de selectie van Gaby Demanet. De verhalen over clubs die geïnteresseerd waren in de Braziliaan zijn wel wat overdreven. Ze hebben hem wel eens gescout, PSV, AZ en FC Utrecht, maar daar houdt het mee op. "Ik heb geen Europees paspoort, dus ze moeten heel veel betalen willen ze mij een contract geven", beseft Mendes.
Die regel geldt niet voor Hoek en ook niet voor Unitas en Grenswachters, de vorige clubs van de schaduwspits. Mille Mendes hoopt zelf stiekem wel weer op een profclub als de zaken met zijn paspoort dit jaar zijn geregeld. Met Hoek wil hij zich in de kijker spelen na één jaar Grenswachters, dat hij met 22 goals kampioen maakte van de vijfde klasse.
Mille Mendes (officieel Walmer Rodriguez Mendes) is een kind van de grote stad, opgegroeid in Brasilia, de hoofdstad van Brazilië, zoon van een politieagent en één van de drie jongens in het gezin. Vanaf zijn jongste jaren voetbalde hij op blote voeten op pleintjes.
,,Op mijn veertiende werd ik weggehaald door Cruzeiro, de grote club uit Belo Horizonte, zo'n zevenhonderd kilometer van Brasilia. Tot dan was ik altijd op straat. Mijn vader moest me 's avonds altijd laat binnen roepen."
Zijn voetbalnaam Mille (eigenlijk Miller) kreeg hij bij Cruzeiro, waar zijn trainer bij de jeugd een opvallende gelijkenis zag met een vroegere, 56-voudige international: Luis Antônio Corréa da Costa, bijnaam Müller. "Voor mij werd het Miller, op zijn Braziliaans uitgesproken, maar hier in Nederland zeggen ze ook wel Mille."
Zoals bij de meeste Brazilianen was het ook voor Mille Mendes een droom om naar Europa te komen. Hij vertrok op zijn twintigste naar Brussel en trok daar in bij familie. Zijn neef bracht hem via een manager in contact met AA Gent. ,,Ik mocht van de club in een hotel wonen en heb een paar maanden later mijn Braziliaanse vriendin over laten komen. Maar toen we er een tijdje woonden en we inmiddels waren getrouwd, kreeg ik geen contract van AA Gent en moest ik vertrekken.''
Mendes zwerft vanaf die tijd van de ene club naar de andere om toch maar wat geld te verdienen. Met zijn vrouw Maria en hun dochtertje Emmanuela van een jaar en zeven maanden woont hij nu in een piepklein appartement in de grauwe binnenstad van Antwerpen. Hij kan met voetballen zijn gezinnetje niet onderhouden, maar wordt onder meer gesponsord door Leo Emmerzaal, een eigenaar van tankschepen, die samen met Rob Vergouwen ook een rol speelt in de reddingsactie van de VC Vlissingen.
Zijn Braziliaanse vrouw kent hij al uit zijn jeugdjaren.,,We hebben altijd met elkaar gespeeld, omdat onze families bevriend waren.'' Mendes' familie woont nog in Brazilië. ,,Mijn moeder is dit jaar voor het eerst hier geweest, omdat ze ons dochtertje wilde zien. Emmanuela is anderhalf jaar geleden op 31 december geboren, één dag voordat ik jarig was." Verder heeft hij zijn familie in drie jaar niet meer gezien. ,,Ik mis ze, maar ik hoop hier te slagen als voetballer. Het leven bevalt me hier. Ik houd ook van de temperaturen in Nederland en in België, als het maar niet te veel regent."Mille Mendes wil de kans om hogerop te komen met twee handen aangrijpen. "Grenswachters was een mooie club, alleen niet op het niveau dat ik graag wil." Hij was bij de Brabantse club de onbetwiste ster als zwervende spits en als afmaker. Mendes heeft bij Hoek de voorkeur voor één van de twee spitsposities. ,,Maar de trainer ziet me liever net achter de spitsen om de beslissende pass te geven en zelf te scoren. Voor mij maakt het niet uit, al zegt de trainer dat ik keeper moet zijn. Als ik maar kan spelen, dan is het goed."

APSM