De dood of de gladiolen

16 februari 2004
Overige
Wie herinnert ze zich niet, de beelden van Maradonna in Cuba? Pluisje, totaal verlopen wánt stijf van de coke, wordt opgenomen in een privé-kliniek. Ook regisseur Joram Lürsen en scenarioschrijver Frank Ketelaar kijken. En weten direct: de mens Maradonna gunnen we een lang leven, maar het zou wel verdomd goed uitkomen wanneer de legendarische voetballer op dat moment het loodje legt.
Beide filmmakers zijn dan nog op zoek naar voetballers van formaat, de legendes van de grasmat. Die bovenal in de voetbalhemel zijn beland en daardoor geschikt om een rol te spelen in de voetbalfilm waarvan Lürsen en Ketelaar dromen. Enkele jaren later: op de set in een voetbalstadion in het Engelse Hull worden acht voetbalhelden uit een grijs verleden tot leven gebracht. Maradonna ontbreekt. Diego is immers nog altijd alive and kicking , en dus is er voor hem geen rol weggelegd in de Nederlandse speelfilm In Oranje . Voetballers als Di Stefano of Puskas stonden hoog op het verlanglijstje, maar ook zij blijken nog in leven. Het team dat in Hull de grasmat betreedt, mag er echter zijn. Garrincha, Dick van Dijk, Andreas Escobar, Lev Yashin, Nico Rijnders, Theo Laseroms, Abe Lenstra en Bobby Moore heten de voetbalhelden die een rol spelen in de droom van hoofdrolspeler Remco. En daar staan ze: acht legendes compleet met bakkenbaarden, kuif, zijscheiding en brillantine, te stugge kicksen, te strakke shirtjes, te korte broekjes en een geveterde voetbal van het soort hoe-natter-hoe-zwaarder. Het is avond, het is koud. In het midden van het veld staan de voetballers uit de oude doos te blauwbekken; ze doen op aanwijzing van de opnameleider een rondootje. En zoals dat gaat bij de film, nog een en nog een. Koppen is vanwege hun pruiken uit den boze, op de andere helft van het speelveld zien we de tegenstanders (het Busby Babes-team van Manchester United dat met een vliegtuig verongelukte), de camera draait vanuit het standpunt zoals we dat kennen van Studio Sport. Wiepke Westbroek, die de productie van de voetballers deed, bekijkt de mannen vanaf een monitor. Maanden heeft ze gezocht naar voetballers die op een geloofwaardige manier in de huid konden kruipen van deze legendes. Hulp ingeschakeld van de KNVB, talloze voetbalclubs uit de hoofdklasse aangeschreven, posters in voetbalkantines opgehangen, de clubs met foto's bestookt. "Het was een lastige klus deze jongens te vinden, een speurtocht naar schapen met vijf poten. Naast een uiterlijk dat overeenkomt, moeten ze kunnen voetballen, beschikbaar zijn in een tijd van winterstop en trainingskampen en met de camera kunnen omgaan." Johan Gabriels (Andreas Escobar), Johan de Goederen (Bobby Moore), René Hof (Dick van Dijk), Jilles van den Doel (Lev Yashin), Bas Peijs (Nico Rijnders), Amilcar Dos Santos (Garrincha) en Jeroen Beker (Theo Laseroms) hadden voor het telefoontje dat ze kregen van Westbroek nooit eerder de vergelijking gemaakt. Maar nu ze in de huid van deze helden zijn gekropen, blijkt het resultaat verbluffend. De Belg Wesley de Smet, onder meer bij Lierske SK en Beerschot gevoetbald: "Toen Wiepke mij vroeg of ik Abe Lenstra wilde spelen, geloofde ik het niet. Ik dacht aan een flauwe grap van mijn teamgenoten." Nadat zijn manager hem verzekerde dat er toch heus een familievoetbalfilm op stapel stond en dat er vanwege het uitgesproken gezicht maar geen goede Abe Lenstra kon worden gevonden, stuurde hij foto's op en ging langs bij de pruiken-doorpas. En inderdaad, Wesley-met-pruik bleek nog niet zo'n gekke Abe. "Ik had eigenlijk geen idee hoe Lenstra eruitzag. Dat ik wel eens van hem heb gehoord, komt omdat ik toevallig weet dat het stadion van Heerenveen naar hem is vernoemd." In Oranje (begin mei gaat-ie in première) moet een film worden over de onverbrekelijke voetbalband tussen vader en zoon. Remco (Yannick van de Velde) droomt van een voetbalcarrière in het Nederlands elftal, zijn vader Erik (Thomas Acda) is zijn grootste fan. Wanneer Remco een trap tegen zijn linkerenkel krijgt en de scheidsrechter zegt dat er niets aan de hand is, windt Erik zich daar zo over op dat hij een hartaanval krijgt. Erik overlijdt, de enkel van Remco is dusdanig beschadigd dat de dokter hem dringend adviseert te stoppen met voetbal. Remco blijft stiekem voetballen en als dan ook zijn vader op magische wijze terugkeert in zijn leven, lijkt zijn droom om in Oranje te spelen nieuw leven te worden ingeblazen. Lürsen: "Het verhaal is lichtelijk geïnspireerd op de levens van Van Basten en Cruyff. Ook Van Basten had op jonge leeftijd een slepende enkelblessure waardoor hem werd geadviseerd niet meer te voetballen. Van zijn vader is de uitspraak bekend: 'Als het mogelijk was, had ik mijn enkels aan Marco gegeven'. De vader van Cruyff, net als Erik groenteboer, overlijdt op jonge leeftijd aan een hartkwaal. Cruyff woonde in Betondorp en moest dagelijks langs de Oosterbegraafplaats waar zijn vader ligt begraven. Het verhaal gaat dat toen hij debuteerde in Oranje, hij eerst stil hield bij zijn vader om hem dat nieuws te vertellen." Hoewel Remco een jongen van deze tijd is, laten scenarioschrijver en regisseur voetbalhelden figureren van wie de doelgroep van de film nooit eerder heeft gehoord. "We wilden per se voetballers uit de voetbalhemel, de overleden vader van Remco stelt Remco immers aan deze mannen voor. Bovendien moest het iets onwerkelijks hebben, moesten het spelers worden waar een schimmige wereld, een mythe omheen hangt. Zolang we de spelers goed introduceren, accepteren kinderen dat wel." En dus werd Garrincha de held van vader en zoon en komt de voetbalposter boven het bed van Remco langzaam tot leven. Ketelaar: "Stel dat Van Basten niet meer zou leven, dan hadden we toch voor Garrincha gekozen. Van Basten ligt te dicht bij de werkelijkheid, van hem zijn te veel beelden. Van Garrincha nauwelijks en dat maakt het prikkelend." Lürsen vertelt over de legendarische figuur Garrincha, over zijn ene been dat vanwege kinderpolio zo'n zes centimeter korter was dan het ander, over de trucs die hij daarmee uithaalde. "Pele wordt beschouwd als de beste voetballer ter wereld, maar in eigen land was Garrincha vanwege zijn mooie passeerbewegingen meer geliefd. Tegenstanders wist hij te misleiden, het leek alsof hij omviel. Hij is echter tragisch geëindigd, als een soort kermisattractie demonstreerde hij zijn trucje in het circus, zijn laatste levensjaren werden gedomineerd door vrouwen, alcohol en drugs. In 1982 deed de drank hem de das om en stierf hij." Amilcar Dos Santos kreeg enkele maanden geleden te horen dat hij het haar op zijn vrijwel kale hoofd moest laten groeien zodat de Garrincha-pruik goed kan worden bevestigd. "Of ik op hem lijk? Toevallig hebben we dezelfde achternaam. En vertoont mijn spel overeenkomsten. Ik blink uit in de dribbel, in het passeren van mijn tegenstanders. Ik kom van de Kaapverdische Eilanden en heb altijd beelden gezien van Zuid-Amerikaanse voetballers. Ik hou van spelers als Ronaldo, Pele en Maradonna. Van het spel van Garrincha weet ik meer sinds ik een videoband over Garrincha kreeg die Ajax-teammanager David Endt op een markt in Brazilië heeft gevonden." Terwijl de camera draait en vader Erik zoon Remco meeneemt naar het voetbalstadion en hem daar voorstelt aan het rijtje overleden voetballers met wie Remco een partijtje zal spelen, zijn de meningen langs de kant van het veld verdeeld over de ultieme look-a-like. Lev Yashin, de beste keeper aller tijden, heeft een geweldige outfit. Maar ook Theo Laseroms, de Tank van Feyenoord, doet het helemaal leuk. En de look-a-like van Bobby Moore, blond en een typische Engelse slag in het haar, heeft niet eens een pruik nodig om op de Britse voetballer te lijken. Dat Escobar indruk maakt, heeft vooral te maken met het feit dat hij menigeen nog tot de verbeelding spreekt en dat ook niet-voetbalkenners op de hoogte zijn van de dodelijke schietpartij een week nadat hij voor zijn land Colombia in eigen doel had geschoten. "Nog altijd scandeert het Colombiaanse voetbalpubliek wekelijks zijn naam", weet Ketelaar. In de kleedkamer probeert Abe Lenstra even later zijn tatoeage onder zijn scheenbeschermer weg te moffelen, terwijl de kledingstyliste het bijna antieke Heerenveen-shirtje strijkt ("Gevonden bij iemand die er altijd in slaapt"). Nico Rijnders heeft ondertussen problemen met zijn zwarte boxershort, die hij onder het witte sportbroekje draagt, Lev Yashin heeft de verkeerde kleur ogen en staat op het punt om gekleurde bruine lenzen in te doen. En Escobar filmt de film met zijn meegebrachte videocamera. Want daarin staat Escobar niet alleen; In Oranje geldt als een groot avontuur. De een heeft er zijn wintersportvakantie voor onderbroken, de ander stapte voor de opnamen voor de eerste keer in een vliegtuig en allemaal krijgen ze voor het eerst te maken met het gegeven dat de film vooral een kwestie is van heel veel wachten. Wachtende voetballers, die één voor één staan te popelen om in actie te komen. Het valt niet mee. Bovendien, zo zegt de Lev Yashin look-a-like (keeper bij de veteranen): "Een aantal van ons is prof geweest, er zitten jongens bij met een verleden bij NAC en Den Bosch. Maar volgens mij hadden ze net zo goed acht jongens uit een willekeurige kroeg kunnen halen. We kunnen nauwelijks iets laten zien. Ik als keeper heb niet één bal kunnen stoppen." En dan toch voor één dag de geschiedenis ingaan als de beste keeper ter wereld. Dat kan alleen in de film.