In denoek waar de klappen vallen
24 november 2010
Kopstootjes
Als fervent supporter van Denoek zijn het barre tijden. Menigmaal heb ik de laatste maanden overwogen om in de pen te klimmen en mijn frustraties van me af te schrijven middels deze column. Maar mijn linker hersenkwab fluisterde mij dan net op tijd in dat emotie en opportunisme alleen maar zullen leiden tot bevuiling van het eigen nest!
Maar nu is eindelijk het moment daar, de heenronde is gespeeld en dus alle redenen om een zorgvuldige analyse te maken. Maar ja, om nu bijna op een wetenschappelijke manier alles minutieus te gaan ontleden op basis van observaties en feiten………terwijl een paar goede voorwaartsen de oplossing kunnen zijn. Dit is een publiek geheim en om nu een hele uitlegging te gaan geven is een beetje een herhaling van zetten. Een dergelijke discussie is al door iedereen gevoerd op kantoor, in de kantine, op hside.nl, bij de supermarkt, bij Omroep Zeeland, op de tribune, in het sponsorhome en in de PZC (ik heb nu al heimwee naar Frits B).
Ondanks of dankzij het feit dat ik mezelf beschouw als een kenner en liefhebber keek ik nog maar drie maanden geleden enorm reikhalzend uit naar de Topklasse. Ik was in de veronderstelling dat we heus wel eens zouden verliezen, maar dat we ook regelmatig een klinkende overwinning zouden boeken met een onbevangen plaatsje ergens in de middenmoot. Veertien wedstrijden verder ontbreekt het nog altijd aan een klinkende overwinning, hetgeen de liefhebber in mij zwaar op de proef stelt. Nimmer een uitgelaten 3-0 zege maar immer nipt verlies of een zuinige overwinning.
Toch blijf ik van mening dat we niet onder hoeven te doen voor het merendeel van de opponenten. Behoudens Spakenburg, IJsselmeervogels, Katwijk en Rijnsburgse Boys zijn de verschillen minimaal en ben ik absoluut niet onder de indruk van de tegenstanders, evenmin ben ik onder de indruk van ons eigen elftal. Het ontbreekt een beetje aan de verassende individuele actie of een slim steekballetje uit het niets. Voorspelbaarheid, taakgerichtheid, werklust en angst (zeker het laatste kwartier) zijn een beetje de kenmerken. Diepgang, gogme en spontaniteit ontbreken helaas.
We moeten maar eens in een flow terechtkomen, te beginnen met de eerstvolgende wedstrijd. Gelet op alle voorspelde winterweermodellen zou dat wel eens in maart kunnen zijn. Affijn, resteert er in ieder geval tijd genoeg om alles eens even te laten bezinken en iets frivools aan te trekken.
Dan nog even iets over een kortgeleden ontmoeting met een godenzoon en een ontmoeting uit het verleden met iemand die denkt dat hij een godenzoon is.
Zaterdagochtend 11 september zit ik op een terras in een chique buurt van Amsterdam. Een meter of drie verder zit Johan Cruyff frank en vrij te genieten van ettelijke kopjes koffie in het zonnetje. Ik knijp in mijn arm en maak het echt mee, de beste voetballer, trainer en analist ooit zit live tegenover me. Ruim een uur lang heb ik het genoegen kunnen smaken om hem te mogen observeren. Uiteraard heb ik hem niet wezenloos en opzichtig aangestaard maar heel subtiel vanuit mijn ooghoeken kon ik hem gadeslaan. In deze buurt wordt hij niet belaagd door opdringerige mensen, handtekeningenjagers of paparazzi. Cruyff maakt dan ook gezamenlijk met zijn vrouw en broer een uitermate ontspannen indruk. Hij komt op mij over als een aimabel mens; opent zelfs spontaan de deur van een krap geparkeerde auto van een oud dametje en geeft een zwerver een bemoedigende fooi.
Ik vroeg me wel af wat hij in Amsterdam deed, want zijn habitat is al jaren Spanje.
Nu weet ik dat ik onverwacht van een historisch moment getuige geweest ben, want het waren de eerste prille stappen van JC om Ajax definitief te redden. Sindsdien lees, zie en hoor je bijna dagelijks over het icoon in relatie tot Ajax.
Wat een schrijnend verschil met toen ik een andere grootheid ontmoette, namelijk Louis van Gaal. In de zomer van 1995 oefende de toenmalige kersverse championsleague winnaar Ajax op de Baersande tegen Bresjes. Achter de reclameborden naast me verzamelden zich allemaal smachtende kinderen die uitkeken naar een handtekening van de succestrainer. Nou zult u denken….hij weigerde een handtekening uit te delen. Fout, hij deelde wel handtekeningen uit maar de manier waarop was tenenkrommend. Het was echt een sterk geregisseerde act met het kunstmatige accent op zogenaamde spontaniteit. Militaristisch moesten de kinderen in een nette rij hun beurt afwachten. Indien een enkel kind van opwinding een ander voorstak wierp hij een afstandelijke en bijkans dodelijke blik naar het hunkerende supportertje. Het liefst had Koning Louis nog gehad dat de ouders een diepe buiging naar hem hadden gemaakt. Het hele tafereel was doordrenkt met schaamteloze dédain en zelfgenoegzaamheid. Ik heb het toen zo intuitief mogen ervaren en zal het nooit vergeten.
Deze herinnering borrelde weer op toen ik sympathie kreeg voor JC in Amsterdam-Zuid.
Loek Zeegers
Hoofdsponsors

Pablo Klussen Hoek